maandag 26 oktober 2009

‘Wat er wel niet is’ kan nog komen


AMSTERDAM - Acteren zat er niet in, tijdens de eerste repetitie voor ‘Wat er wel niet is’ van schrijfster Kim Buntsma. Eerst moest het gezelschap uitvinden wat ze eigenlijk moeten spelen. Regisseur Aat Ceelen: ‘Ik mag een boon zijn als ik er iets van snap.’

Zeven uur ’s avonds. Een voormalig schoolgebouw aan de Kempenaerstraat. In het hoekje van een verder leeg klaslokaal zitten vijf mannen en vrouwen aan een tafel. Over twee weken moeten zij een gepaste uitvoering bedacht hebben voor het stuk ‘Wat er wel niet is’, van Kim Buntsma.

De acteurs kennen elkaar allemaal niet. Aan regisseur Aat Ceelen de taak om het geheel op de rails te krijgen. Hij is dan ook veel aan het woord. Hij vertelt wat de mogelijkheden zijn, wat ze wel en niet kunnen veranderen aan het script. ‘Dit stuk is nu van ons, niet van haar,’ benadrukt hij. ‘Maar we gaan er wel voor zorgen dat het straks weer van haar is,’ voegt hij er aan toe. Elders in Amsterdam zucht iemand van opluchting.

Kim Buntsma schreef ‘Wat er wel niet is’ als inzending voor de elfde editie van Hollandse Nieuwe. Dit theaterfestival biedt beginnende schrijvers en makers de kans om een groot publiek te tonen wat ze in huis hebben. De acteurs krijgen een stuk toegewezen en moeten zich daar maar mee redden.

Iets veranderen aan het script wordt al snel een aantrekkelijke optie voor de toneelgroep. ‘Ik mag een boon zijn als ik er iets van snap,’ biecht Ceelen op. Alle aanwezigen zijn het erover eens dat dit geen eenduidig stuk is. Wat bedoelde de schrijfster hiermee? De karakterprofielen lijken wel psychiatrische dossiers. Speelt het zich af op een kantoor of in een inrichting? Middels een gesprek dat niet had misstaan in een filosofieworkshop, ontdekken ze beetje bij beetje met welke gedachte het script geschreven zou kunnen zijn.

De achterliggende gedachte is duidelijk, maar ook de toon van het stuk staat ter discussie. ‘Het lijkt op sketches, het lijkt op oneliners, maar dat is het niet,’ peinst Ceelen. Acteur Leo Janssen krijgt associaties met de film One Flew Over The Cuckoo’s Nest. ‘Ik vind het ook een beetje een eng stuk,’ gooit hij in de groep. Ze laten dit vraagstuk even voor wat het is. ‘Dit moeten we gaandeweg met elkaar uitvinden,’ denkt Ceelen.

Samen nemen ze het stuk helemaal door. Ieder leest zijn eigen rol op. Aangezien de persoon die Meneer Piemelfeef moet spelen niet kon komen, neemt de regisseur die rol voor zijn rekening. Gaandeweg proberen de acteurs de juiste toon voor hun personage te vinden. Uit angst dat hij de rest overschreeuwt, probeert Janssen een stil typetje uit. Zelf is hij hier tevreden over, maar de regisseur ziet juist wel wat in een extreem uitbundige vertolking van de rol.

Half tien. De groep gaat uit elkaar zonder voor een definitieve vorm te hebben gekozen. Die twee weken voorbereidingstijd lijken opeens een stuk korter. Dramaturg Celine Buren ziet het in ieder geval zonnig in. ‘Dit wordt briljant, omdat er nog niets is,’ grapt ze.

Op het festival is er wel iets. ‘Wat er wel niet is’ is te zien op de volgende tijden:
Donderdag 5 november, 21:30 uur, Oostelijk Meterhuis
Zaterdag 7 november, 22:00 uur, Oostelijk Meterhuis


Door Michiel Bulthuis

Geen opmerkingen:

Een reactie posten